Biologische olijfolie, feit of fictie?

Biologische producten zie je steeds vaker verschijnen in de schappen van de supermarkt. Als je bij ons thuis een blik in de voorraadkast werpt kom je ook behoorlijk wat voedsel tegen dat de naam ‘biologisch’ draagt. Biologische pindakaas, biologische paddenstoelen, biologisch vlees; het lijkt wel of de term voornamelijk om marketingdoeleinden aan populariteit heeft gewonnen. Een van de producten die wij het meest gebruiken is olijfolie; biologische olijfolie wel te verstaan. We bakken er ons vlees in, er wordt mee gewokt en we gebruiken het als dressing voor over de salade. Maar wat maakt een product precies biologisch? Waarom is de ene olijfolie biologisch en de andere niet? Komt dat door het soort olijven dat gebruikt wordt, of is het puur de productiemethode? Hieronder vertellen we je meer over olijfolie en waar biologische olijfolie verschilt van de niet-biologische variant.

Hoe wordt olijfolie geproduceerd?

Als mensen olijfolie kopen, denken ze vaak aan Italië. Ook in landen als Griekenland en Turkije wordt er veel van dit product geproduceerd en geconsumeerd. Toch komt verreweg de meeste olijfolie uit Spanje en de kans is groot dat, als je wel eens olijfolie gegeten hebt, dit uit Spanje kwam. Olijfolie komt (misschien logisch) van olijven, deze groeien aan een olijfboom. Mensen halen al olie uit deze steenvrucht sinds de vierde eeuw voor Christus. Hoewel ze daar vroeger iets andere gereedschappen bij gebruikten, is het proces in de basis hetzelfde gebleven en alleen maar verfijnd in de afgelopen eeuwen. In principe worden er vijf stappen doorlopen om olijfolie te oogsten.

Allereerst worden de olijven geoogst. Dit is misschien wel de belangrijkste stap van het hele proces als je een goede kwaliteit olijfolie wilt. Doorgaans gebeurt dit door eerst netten op de grond rondom de boom te spreiden. De olijven die, door machines of met de hand, van de boom worden geschud worden zo opgevangen. Het oogsten is een delicaat werkje, want je wilt de olijven zelf niet beschadigen, maar ook de boom niet.  Vervolgens worden de olijven gewogen en, door een speciale machine, overvloedig gewassen in water. Daarna worden ze geplet. Vroeger deed men dit met molenstenen, tegenwoordig worden hier grote machines voor gebruikt die de olijf pletten tussen een hamer en een metalen plaat. De olijven zijn nu veranderd in een soort pasta en deze pasta wordt gekneed. Dit is een erg belangrijk moment in het hele proces. Het kneden perst de olie uit de olijven, maar creëert ook een wrijving die warmte genereert. Deze warmte zorgt ervoor dat de natuurlijke enzymen in de olie worden geactiveerd en dit komt de smaak weer ten goede. Na dit kneden wordt de olie gescheiden van de vaste materie. Dit gebeurt door middel van druk, centrifugeren of filtratie. Een laatste rondje in de centrifuge zorgt ervoor dat al het water uit de olie verdwijnt.

Wanneer is iets biologisch?

Nu je weet waar olijfolie vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd, is hat handig om je iets te vertellen over wanneer iets de naam ‘biologisch’ mag dragen en wanneer niet.

De overheid bepaalt of iets biologisch is of niet en dit is wettelijk vastgelegd. Het verbouwen van biologische producten gebeurt zonder dingen te gebruiken als kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Ook GMO’s (Genetically Modified Organisms, of genetisch gemodificeerde organismen) mogen niet worden gebruikt voor het produceren van biologisch voedsel. Eigenlijk is het de bedoeling dat er zo min mogelijk wordt gedaan door de teler en zo veel mogelijk door de natuur zelf. Wel zijn E-nummers toegestaan, mits ze een natuurlijke oorsprong hebben. Ook de distributeurs van biologische producten hebben zich te houden aan een aantal regels, waaronder de plicht om te melden waar alle ingrediënten vandaan komen. Biologische producten kun je vaak herkennen aan een keurmerk (Europees BIO-keurmerk, het EKO-keurmerk en het Demeter-keurmerk).

olijfolie in een lepel

Is biologisch altijd beter?

Dat ligt er aan hoe je het bekijkt. Er is geen wetenschappelijk onderzoek dat bewijst dat biologisch voedsel beter is dan ‘normaal’ voedsel. Op het eerstgenoemde zitten minder bestrijdingsmiddelenresten en vaak wat minder nitraat, maar dit maakt voor het menselijk lichaam niet heel veel verschil. Ook in normaal voedsel blijven deze waarden binnen de geaccepteerde (niet-schadelijke) grenzen.

Waar biologische teelt wel impact heeft is in het milieu. Hoewel de stikstofuitstoot doorgaans hoger is bij de productie van biologische producten ten opzichte van niet-biologische producten (meestal gaat dit dan over vlees), komt deze productiemethode de biodiversiteit en bodemkwaliteit ten goede. Biologische teelt zorgt voor minder bodemverzuring en watervervuiling.

Kortom, biologische olijfolie is olijfolie waar geen chemische bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt voor de teelt en productie. Hoewel het niet per se gezonder is, is het een stuk beter voor het milieu.